Wat betekent convergentie, en waarom is het belangrijk?
Een convergentie kun je omschrijven als een nieuw samenwerkingsmodel voor onderzoek, waarbij sociale, technische en medische kennis en methoden worden samengevoegd. Convergeren wordt in wetenschappelijke literatuur wereldwijd zelfs gezien als de beste manier om complexe, hedendaagse problemen op te lossen op het gebied van gezondheidszorg, energie, voedsel, klimaat of water. De TU Delft, de Erasmus Universiteit Rotterdam en Erasmus MC gaan een Convergentie Alliantie aan om tot een beter begrip en een betere aanpak te komen van de uitdagingen die spelen in de Rotterdamse delta en in stedelijke delta’s wereldwijd.
Kennis die leidt tot oplossingen
In een convergentie wordt profijt gehaald uit de veelheid van kennis en onderzoeksvormen. Maar het is nieuw, dus het is ook nog spannend. Dr. Nikki Brand is onderzoeker en strategisch beleidsadviseur crossdisciplinair werken aan de TU Delft. Ze legt uit waarom convergentie volgens haar noodzakelijk is. “Kennis op universiteiten wordt van oudsher in silo’s gemaakt. Onderzoekers specialiseren zich in een probleem, of soms in een oplossing, maar zelden zien we dat het in de praktijk echt van de grond komt. Als wetenschapper onderzocht ik internationale overstromingsbescherming van steden, met name de rol van de planologie daarin. Maar ik wilde niet de rest van mijn leven onderzoek doen naar plannen om steden tegen water te beschermen, zonder dat er ooit daadwerkelijk een stad mee geholpen werd.” Ze zag dit gebeuren in Houston, Texas, waar ze onderzoek deed. “Er was kennis genoeg, maar het kwam niet samen tot haalbare oplossingen, en het kwam ook niet bij de politiek terecht. De stad overstroomt nog steeds.”
Een hoog schaalniveau
Eén van de eerste instituten die gebruik maakte van het concept convergentie, was het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge, voor de ‘future of health’. Van grote medische uitdagingen is al langer bekend dat er een combinatie van biomedische kennis, natuurwetenschappen en computerwetenschappen nodig is om ze op te lossen. Maar ook buiten de gezondheidswetenschappen blijkt convergentie steeds harder nodig.
Nikki Brand: “Op de TU Delft hebben we goede ingenieurs en ontwerpers, we kunnen hen gecoördineerd laten werken, maar we missen informatie van sociale wetenschappen en geesteswetenschappen. Bij wederopbouw na een tsunami moet je bijvoorbeeld ook weten welke rol trauma speelt. Bij delta-vraagstukken heb je naast kennis van waterbouwkunde of klimaatontwikkeling, ook bestuurlijke en economische kennis nodig. Juist omdat delta’s zo’n hoog schaalniveau en hoge complexiteit hebben.”
Steden raken steeds dichtbevolkter, delta’s zijn vanwege de rivieren klimaatgevoelige gebieden. “Er moet echt iets gebeuren, willen we dat dit ook in de nabije en verre toekomst goed verloopt.”
Dit kan een enorme stap voorwaarts zijn.
Interdisciplinair werken
Transdisciplinair onderzoek, dat wil zeggen samenwerken met de praktijk vanuit een bepaalde wetenschappelijke discipline, lukt vaak wel, legt Brand uit. “Maar nu willen we interdisciplinair gaan werken. Verschillende vormen van kennis, onderzoeksmethoden en onderzoeksuitkomsten samenvoegen en combineren tot gedeelde probleemopvattingen en oplossingen. Wat wij willen doen binnen Resilient Delta kan een enorme stap voorwaarts zijn; een combinatie van wetenschappen die we nog niet eerder hebben gezien. We voegen disciplines samen die ver uit elkaar liggen, om totaaloplossingen te ontwerpen.”
Prof.dr. Hub Zwart is decaan van de Erasmus School of Philosophy en samen met Nikki Brand trekker van het thema methodologie, dat speciaal is ingezet om van Resilient Delta een werkelijk convergentie-initiatief te maken. Hij voegt toe: “De muren slechten binnen kennisinstellingen is belangrijk. Daarnaast bestaat er nog een enorme rijkdom aan kennis, inzichten, ervaring en creativiteit in de samenleving zelf. Gezien de omvang van de uitdagingen waar we voor staan, hebben we de inbreng, betrokkenheid en ook kritiek van burgers, maatschappelijke organisaties en professionals hierbij ook nodig.”
Over muren heenstappen
Makkelijk zal het niet altijd zijn. Convergeren is geen natuurlijk proces, er moet ruimte, tijd en geld voor opgenomen worden. “Je kunt niet langer verwachten van onderzoekers dat ze dit in hun avonduren wel even ‘erbij doen’.” Daarmee is convergeren net zo goed een organisatorisch vraagstuk. Hoe organiseren we dit zo dat het een kans van slagen krijgt? Brand: “Daar wordt nu heel hard over nagedacht. Het is geweldig als het uiteindelijk lukt: als we erin slagen om over de muren van de universiteiten heen te stappen, naar elkaar toe en naar de stad toe.”
Er bestaat er ook nog een enorme rijkdom aan kennis, inzichten, ervaring en creativiteit in de samenleving zelf.