Het Resilient Delta initiative lanceert een nieuw project om te onderzoeken hoe water- en bodemprincipes in grote Nederlandse infrastructuurprojecten worden meegenomen. Het onderzoeksteam gaat onderzoeken hoe deze principes – die ontwerpers en stadsplanners stimuleren om water- en bodemomstandigheden als uitgangspunt te nemen – worden toegepast in de praktijk. Het project wordt geleid door Emanuel Ubert en is een samenwerking tussen de Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit), TU Delft en Rijkswaterstaat.

Waarom dit belangrijk is

Nederland kampt met grote uitdagingen op het gebied van waterbeheer, zoals overstromingsrisico’s en bodemdaling. Duurzame stadsontwikkeling is daarom essentieel. Hoewel het ministerie richtlijnen heeft opgesteld, kunnen deze flexibel worden toegepast volgens de ‘comply or explain’-benadering. Dit zorgt ervoor dat de uitvoering per project kan verschillen.

Het onderzoeksteam gaat meerdere grote infrastructuurprojecten onder de loep nemen om te ontdekken welke factoren bepalen hoe water- en bodemmaatregelen in de praktijk worden geïmplementeerd. Dit helpt beleidsmakers en bouwers bij het ontwerpen van veiligere, duurzamere steden die beter aansluiten bij hun natuurlijke omgeving. Uiteindelijk draagt dit bij aan klimaatadaptatie en toekomstbestendige groei.

Samenwerking en experts

Het onderzoek wordt geleid door Emanuel Ubert, universitair docent Strategisch Management aan de Rotterdam School of Management (RSM). Hij bestudeert hoe organisaties omgaan met onzekerheden en veranderingen, vooral op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Vanuit TU Delft is Maria Pregnolato, universitair hoofddocent Flood Risk Management and Resilient Delta Infrastructure, betrokken bij het onderzoek. Rijkswaterstaat wordt in het samenwerkingsverband vertegenwoordigd door Richard Jorissen, een ervaren civiel ingenieur met veel kennis van waterbeheer en infrastructuurprojecten.

Wat gebeurt er de komende maanden?

De komende zes maanden verzamelt het team zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens om in kaart te brengen hoe water- en bodemprincipes in verschillende bouwprojecten worden toegepast. De resultaten worden gebruikt om wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen te doen voor toekomstige stadsontwikkeling en beleid.