
De waarde van transdisciplinaire samenwerking ǀ Arfan Ikram
Met een bredere bandbreedte heb je meer bereik
Volgens Arfan Ikram, hoofd epidemiologie bij het Erasmus MC, bestuurder bij NWO en voorzitter bij ZonMw, zijn inclusie en diversiteit de drijvende kracht voor innovatie. “Als die goed zijn ingebed kun je écht waarde creëren voor de maatschappij. Meer geld is niet altijd de oplossing. Een bredere bandbreedte wel.”
De waarde van transdisciplinaire samenwerking
In deze serie spreken we mensen uit verschillende domeinen van het wetenschappelijke veld over de waarde van transdisciplinaire samenwerking. Hierbij wordt kennis uit de wetenschap geïntegreerd met kennis uit de praktijk. Hoe draagt zo’n aanpak bij aan de maatschappelijke taak van academische instellingen in deze uitdagende tijden? Wat is hiervoor nodig en wat levert het op? In dit eerste artikel vertelt Arfan Ikram over zijn visie op de keuzes die dit vraagt en hoe zijn eigen ervaringen hieraan hebben bijgedragen.
Grenzen overbruggen en verschillende werelden samenbrengen. Dat is wat Ikram elke dag doet. Zowel privé als op zijn werk. We hebben afgesproken op het Varkenoordseviaduct in Rotterdam-Zuid. Op het eerste gezicht niet de meest voor de hand liggende locatie voor een interview over het verbinden van de wetenschap met de maatschappij. Maar al lopend over deze brug, tussen de ronkende auto’s in, wordt langzaamaan duidelijk waarom hij juist déze plek heeft uitgekozen.
Ikram lacht. Hij oogt opgewekt en ontspannen. Na weken van regen en grauwe lucht schijnt eindelijk weer de zon. “Kijk,” wijst hij enthousiast, “dat is de Essalam moskee.” Hij komt er regelmatig. “En zie je daar het Feyenoord stadion?” Achter de minaretten van de moskee doemt onmiskenbaar het silhouet van De Kuip op. Hij hoort het eerder als Feyenoord heeft gescoord, dan dat hij de goal op tv ziet, grinnikt hij. “Deze gebouwen zijn iconen,” zegt hij met trots. “Dit is het échte Rotterdam!”
foto: Michelle Muus
Op deze brug komt alles samen – de diversiteit die hij hier in zijn eigen buurt ziet en die hij probeert te vatten in zijn werk als epidemioloog. “Het klinkt heel paradoxaal, maar als je wilt weten of een medicijn of interventie goed werkt in een diverse populatie, zoals de bevolking van Rotterdam-Zuid, dan werkt een representatieve steekproef juist niet. Want dan zijn er te veel variabele factoren waardoor het signaal dat je wilt oppikken wordt ondergesneeuwd.”
“Als je maar één wereld kent, is het moeilijk om te begrijpen wat er in die andere wereld gebeurt.”
Lappendeken
De oplossing is dan niet om alleen maar één specifieke bevolkingsgroep te onderzoeken – nog steeds te vaak alleen witte mannen – maar om dezelfde vraag in een aantal verschillende homogene groepen te onderzoeken. Zo is bijvoorbeeld uit onderzoek gebleken dat sommige medicijnen tegen hart- en vaatziekten anders werken bij mensen van Aziatische komaf. Ikram vergelijkt het met een lappendeken. “Al die losse lapjes met informatie gaan op een gegeven moment een duidelijker patroon vormen. En dát helpt dan weer om je vraag te beantwoorden voor de gehele populatie.”
foto: Michelle Muus
“Maar met diversiteit in je onderzoekspopulatie ben je er nog niet,” benadrukt hij. “Er moet ook diversiteit zijn onder onderzoekers. Verschillende perspectieven leiden tot nieuwe ideeën en inzichten. Die inclusie is dus nodig om goed onderzoek te doen.” Volgens Ikram zouden diversiteit en inclusie daarom net zulke vanzelfsprekende waarden en normen moeten zijn als wetenschappelijke integriteit, patiëntveiligheid, dataveiligheid, of ethiek.
Toch is dit niet wat hij in de praktijk ziet. Hij denkt dat dit te maken heeft met de manier waarop wetenschap wordt geëvalueerd en gewaardeerd, en met de ivoren toren waarin academici zitten. “Als je maar één wereld kent, is het moeilijk om te begrijpen wat er in die andere wereld gebeurt. Ik dacht dat het normaal was om vanuit verschillende perspectieven te kijken. Maar ik kwam erachter dat dit niet overal zo was.”
“Juist op die intersecties tussen verschillende disciplines zie je heel mooie dingen gebeuren. Convergence is op macroschaal al de belichaming van diversiteit en inclusie.”
Omslag
Ikram ziet wel steeds meer bewustwording bij zijn collega’s. De samenwerking binnen Convergence – de alliantie van TU Delft, Erasmus MC en Erasmus Universiteit Rotterdam – is daar een goed voorbeeld van. “Juist op die intersecties tussen verschillende disciplines zie je heel mooie dingen gebeuren. Convergence is op macroschaal al de belichaming van diversiteit en inclusie. De manier waarop technische, toegepaste, sociale en medische wetenschappen bij elkaar gebracht worden is uniek. Dát is de grote kracht van Convergence.”
Ook bij financiers als NWO en ZonMw ziet hij een omslag. “Bij ZonMw doen we nu steeds meer consortiumaanvragen. Daarbij stellen we randvoorwaarden, bijvoorbeeld dat er een mix moet zijn van academische en niet-academische instellingen. En dat er diversiteit moet zijn binnen de onderzoekspopulatie, maar ook onder de onderzoekers zelf. In een ideale situatie zou dit niet nodig zijn, maar we blijven deze boodschap uitdragen om onderzoekers uit te dagen.”
foto: Michelle Muus
Inclusie en diversiteit helpen de wetenschap dus vooruit, aldus Ikram. Ook – of misschien júist – in deze tijden van bezuinigingen. “Bezuinigingen dwingen je tot keuzes, maar die moet je maken binnen het framework van je normen en waarden. Aan die normen en waarden zelf moet je niet tornen. Meer geld is niet altijd de oplossing. Een bredere bandbreedte om oplossingen te vinden wel. Bovendien leidt samenwerking tot meer efficiëntie. Dan kun je met minder geld bijna hetzelfde doen.”
“Het doel is niet om concurrentie aan te jagen. Het doel is om gezamenlijk oplossingen te vinden waar de maatschappij behoefte aan heeft.”
Intellectuele ontroering
Volgens Ikram draait het allemaal om de juiste mindset. “Je moet je realiseren dat je als onderzoeker slechts een onderdeel bent van een groter geheel. Het gaat erom dat je bijdraagt aan je team, dat je vraagt: wat kan ik bijdragen om de wetenschap vooruit te helpen en om oplossingen te vinden voor de patiënt of voor de maatschappij? Dat vereist dat je samenwerkt en leert van elkaar. En dat je niet te veel met jezelf bezig bent.”
“Het doel is dus niet om concurrentie aan te jagen. Het doel is om gezamenlijk oplossingen te vinden waar de maatschappij behoefte aan heeft,” herhaalt hij nog maar eens. Dat vergt wat hij ‘intellectuele ontroering’ noemt – ontroering die je overkomt als je je openstelt voor onverwachte ontdekkingen en ontmoetingen. Zelf heeft hij die ervaren op de momenten dat hij mensen in contact bracht die elkaar anders nooit hadden ontmoet. “Voor mij is dat echt een verrijking geweest. Het heeft me enorme voldoening gebracht.”
Maatschappelijke impact met Convergence
Onze maatschappij staat voor problemen die zo complex zijn, dat ze niet vanuit één vakgebied opgelost kunnen worden. Als instellingen met diepe wortels in onze regio, willen wij – TU Delft, Erasmus MC en Erasmus Universiteit Rotterdam – graag bijdragen aan oplossingen. Daarom hebben we onze krachten gebundeld in Convergence. In dit samenwerkingsverband convergeren (verbinden en integreren) we kennis, methodologieën en data uit onze aanvullende disciplines met inzichten vanuit de praktijk, en leren we van én met elkaar.
Zo werken we bijvoorbeeld samen aan oplossingen voor de druk op de gezondheidszorg en de impact van klimaatverandering op pandemieën, burgers, stad en haven. We betrekken hierbij nadrukkelijk ook studenten, verpleegkundigen, overheden, bedrijfsleven en partners uit de maatschappij. Door deze transdisciplinaire aanpak ontwikkelen we nieuwe kennis(gebieden) en versnellen we innovaties. Spreekt dit je aan? Convergeer dan met ons mee en draag bij aan oplossingen waar écht behoefte aan is – met de stad, vóór de stad.