Isis van Rooy over De-Cist

Data Begrijpelijk Maken voor de Energietransitie

Technologie en duurzaamheid komen samen in het De-Cist-project. Maar hoe zorg je ervoor dat bewoners en beleidsmakers écht iets hebben aan nieuwe oplossingen? Isis van Rooy, socioloog bij De-Cist, onderzoekt hoe mensen omgaan met de energietransitie en hoe data begrijpelijker kan worden gemaakt. We spraken haar over haar rol, de kracht van transdisciplinaire samenwerking en de impact van het project.

Van socioloog naar duurzaamheidsexpert
Kun je iets over jezelf vertellen? Hoe ben je bij De-Cist terechtgekomen?
Ik ben socioloog en heb me gespecialiseerd in focusgroepen en onderzoek naar kwetsbare groepen. Toen ik bij De-Cist begon, wist ik niets van AI of technologie, maar dat was ook niet nodig. Mijn rol is om te onderzoeken wat bewoners en andere belanghebbenden nodig hebben. Je kunt een geweldige technische oplossing ontwikkelen, maar als mensen het niet begrijpen of vertrouwen, wordt het niet gebruikt. Daarom voer ik veel gesprekken in de wijken en analyseer ik hoe mensen omgaan met duurzaamheid en energiearmoede.
Dit project trok me aan omdat het direct impact heeft. Mijn zusje zag de vacature en zei: “Dit past echt bij jou.” En ze had gelijk. Ik ben nu verantwoordelijk voor de sociale kant van het onderzoek en werk samen met wetenschappers van verschillende disciplines.

Wat is De-Cist? Waar gaat het project precies over?

We ontwikkelen een tool die berekent welke energiemaatregelen het meest voordelig zijn voor woningen in Rotterdam. Daarbij kijken we niet alleen naar energieverbruik en kosten, maar ook naar sociale factoren, zoals de samenhang in een wijk. Het doel is om bewoners en beleidsmakers te helpen betere keuzes te maken. Op dit moment moeten mensen zelf uitzoeken welke maatregelen ze kunnen nemen, maar de hoeveelheid informatie is overweldigend. Deze tool filtert de relevante data en maakt verduurzaming toegankelijker.

 

Waarom is dit project nodig?
Wat voor problemen lossen jullie hiermee op?
Veel mensen willen wel verduurzamen, maar weten niet waar ze moeten beginnen. Er zijn zoveel opties: isolatie, zonnepanelen, warmtepompen… en dan heb je nog subsidies, kosten en terugverdientijden. Dit is voor een individu bijna niet te overzien.
Daarnaast speelt energiearmoede een grote rol. Sommige huishoudens hebben zo weinig budget dat ze simpelweg de verwarming uitlaten in de winter. Ze worden dan niet officieel als ‘energiearm’ geregistreerd, maar leven wel in oncomfortabele omstandigheden. De tool helpt om op wijkniveau te zien welke maatregelen echt impact maken.

Hoe werkt de tool?
Wat doet de tool precies en wie kan hem gebruiken?
De tool analyseert gegevens over woningen, wijken en sociale omstandigheden en berekent welke energiemaatregelen het meest effectief zijn. Dit kan gaan over isolatie, energiezuinige apparaten of collectieve oplossingen. De tool zorgt ook voor kennisgelijkheid. Op dit moment beschikt niet iedereen over dezelfde informatie, waardoor er niet goed kan worden ingespeeld op de energietransitie. De tool helpt om die kloof te verkleinen door betrouwbare en begrijpelijke informatie toegankelijk te maken voor iedereen.
Oorspronkelijk was het idee om een app te maken voor bewoners, maar we richten ons nu vooral op de gemeente. Zij kunnen de tool gebruiken om beter beleid te maken en wijkgerichte oplossingen te bieden. Uiteindelijk zou het ook toegankelijk kunnen worden voor woningcorporaties en particulieren.

De kracht van samenwerking
Het project wordt uitgevoerd door verschillende instituten. Hoe werken jullie samen?
De-Cist is een samenwerking tussen Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft, het Institute for Housing and Urban Development Studies (IHS) en de gemeente Rotterdam. Dit is een transdisciplinair project, mede ondersteund door Resilient Delta initiatieve. Door deze samenwerking combineren we techniek, sociale wetenschap en stadsontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat de tool niet alleen slim is, maar ook aansluit bij de behoeften van bewoners en beleidsmakers.

Energiearmoede is een groeiend probleem en met deze AI-tool kunnen we helpen het te verminderen

Isis van Rooy

 

Reacties van bewoners
Jullie testen de tool in Rotterdam. Hoe reageren bewoners?
We voeren pilots uit in Kralingse Veer en Schiebroek. Wat we merken in focusgroepen is dat veel mensen sceptisch zijn over AI. Er is een soort ‘AI-anxiety’, deels door negatieve ervaringen met algoritmes in de overheid, zoals de toeslagenaffaire.
Maar als we uitleggen hoe deze tool werkt en hoe het hen juist helpt, worden mensen enthousiaster. Ze vinden het prettig dat de tool ingewikkelde informatie filtert en overzichtelijk maakt. Zo kunnen ze betere beslissingen nemen zonder urenlang onderzoek te doen.

Wat gebeurt er na de oplevering?
Wanneer wordt de tool gelanceerd en wat gebeurt er daarna?
De planning is om in de zomer van 2025 klaar te zijn. Daarna neemt de gemeente Rotterdam het over en kijken zij hoe ze het kunnen implementeren. We blijven als onderzoekers beschikbaar voor advies, maar we blijven onafhankelijk. Dat is belangrijk om objectieve resultaten te behouden.
We organiseren ook reflectiefocusgroepen. Zodra de tool concreet is, laten we de bewoners die we eerder spraken opnieuw naar het systeem kijken en feedback geven. Zo weten we of het echt aansluit bij hun behoeften.

Lessen en toekomstvisie
Wat heb je zelf geleerd van deze samenwerking?
Heel veel! Vooral hoe waardevol het is om buiten je eigen vakgebied te kijken. Ik heb geleerd hoe klimaatmodellen werken en hoe technologische innovaties tot stand komen. En andersom hebben technici geleerd hoe belangrijk sociale factoren zijn bij het ontwikkelen van technologie.

Wat hoop je dat er uiteindelijk met dit project gebeurt?
Mijn grootste wens is dat deze tool niet alleen in Rotterdam wordt gebruikt, maar ook in andere steden. Energiearmoede is een groeiend probleem, en met deze AI-tool kunnen we helpen om het te verminderen. Ik hoop dat we hierdoor een eerlijkere energietransitie kunnen realiseren, waarbij iedereen toegang heeft tot duidelijke en bruikbare informatie.

Tot slot
Heb je nog tips voor andere onderzoekers die in een transdisciplinair team werken?
Leer elkaar echt kennen! Niet alleen op professioneel vlak, maar ook persoonlijk. Ga eens samen eten, praat over elkaars vakgebied. Hoe beter je elkaars taal begrijpt, hoe soepeler de samenwerking verloopt. In het begin spreken sociologen en ingenieurs echt een andere ‘taal’, maar als je elkaar beter begrijpt, kun je samen tot innovatieve oplossingen komen.