Healthy Start Stories |
Eveline Crone

Van kindertijd naar volwassenheid: ‘De adolescentie is zeker niet alleen een lastige fase, jongeren ontwikkelen juist ook heel positieve eigenschappen.’

Luiheid, spijbelen, drugsgebruik. De adolescentie is een lastige fase. Althans, dat werd lange tijd gedacht. Inmiddels blijkt die opvatting achterhaald. De afgelopen jaren is namelijk duidelijk geworden dat de overgang van kindertijd naar volwassenheid ook gepaard gaat met de ontwikkeling van positieve eigenschappen en behoeften. Wat weten we daar eigenlijk over? En wat kunnen we met deze kennis? Maar ook: hoe betrekken we jongeren in wetenschappelijk onderzoek naar ontwikkelingen in hun leven? Daarover vertelt Eveline Crone, hoogleraar Ontwikkelingsneurowetenschap in de Maatschappij en één van de initiatiefnemers van Healthy Start.

“Gedurende ons leven gaan we door een aantal grote transities. Van baby naar dreumes, van peuter naar kleuter en van kind naar adolescent tot volwassene. De overgang van de ene levensfase naar de andere is ontzettend interessant en tegelijk heel complex. Ik vind vooral de adolescentie een fascinerende fase. Deze levensfase begint rond 10-jarige leeftijd en loopt door tot ongeveer 25 jaar. Het is een periode waarin jongeren op zoek gaan naar hun identiteit en hun plek in de maatschappij. Een ontwikkeling die niet altijd zonder slag of stoot verloopt. Sommige jongeren komen in aanraking met alcohol, drugs of zelfs met politie. Tegelijkertijd is het ook een periode waarin veel positieve eigenschappen ontwikkelen. Zo groeit bij veel jongeren de behoefte om samen te werken en willen ze graag iets betekenen voor de maatschappij. Deze ontwikkelingen boeien mij het meest. Ik hoop dat meer aandacht voor positieve ontwikkelingen in de adolescentie jongeren uiteindelijk helpt om het beste uit zichzelf te halen.”

Traditioneel wordt de adolescentie als een lastige fase beschouwd

Veranderingen in het brein

“Toen ik twintig jaar geleden mijn loopbaan als wetenschapper begon overheerste het idee dat de adolescentie maar een lastige fase is. Jongeren zijn opstandig, hebben een grote mond en in sommige gevallen spijbelen ze of plegen zelfs een delict. Het klopt dat sommige jongeren meer risico’s nemen op het moment dat de adolescentie start. Dat heeft voor een groot deel te maken met de ontwikkeling van de hersenen. Zo maakt het brein rond de leeftijd van 15 jaar een groeispurt door waarbij het gevoeliger wordt voor beloning, sensatie en spanning. Toch komen lang niet alle jongeren in de problemen. Sterker nog; bijna 80% van de jongeren komt zonder al te veel gedoe door de periode van volwassen worden.

De afgelopen jaren is uitgebreid neurowetenschappelijk onderzoek gedaan naar de hersenontwikkeling bij jongeren. Daaruit blijkt dat dezelfde hersenontwikkeling die tot negatief gedrag leidt óók positieve ontwikkelingen in gang kan zetten. Zo zullen de meeste jongeren meer waarde gaan hechten aan anderen. Vriendschappen worden intenser en de behoeften om samen te werken groeit. Ook voelen veel jongeren zich meer betrokken bij problemen in de wereld en denken ze graag mee in oplossingen.

De adolescentie heeft dus ook positieve kanten. Maar lange tijd is daar vanuit de wetenschap en de maatschappij nauwelijks aandacht voor geweest. Zonde. Want waarom zouden we de positieve ontwikkelingen van jongeren niet veel meer de ruimte bieden? Dan zouden jongeren toch veel meer hun volledige potentie kunnen benutten? Denk bijvoorbeeld aan schoolvakken. Nu zijn die vooral gericht op feitelijke kennis. Maar als we weten dat jongeren graag samenwerken of hun stem willen laten horen, dan is het een interessante gedachte om hier ook in het onderwijs aandacht aan te besteden zodat de natuurlijke behoeften van jongeren worden bekrachtigd.”

Waarom zouden we de positieve ontwikkelingen van jongeren niet veel meer de ruimte bieden?

Behoefte aan een andere vorm van wetenschap

“Met de oprichting van Healthy Start is het voor het eerst mogelijk om op grote schaal onderzoek te doen naar de positieve ontwikkeling die jongeren doormaken. Dat is echt een unieke kans. Ik hoop dat meer kennis hierover uiteindelijk helpt om het beste in jongeren naar boven te halen. Maar Healthy Start biedt meer. Toen ik samen met Vincent Jaddoe (Erasmus MC) en Maaike Kleinsman (TU Delft) Healthy Start oprichtte, voelden we dat er behoefte is aan een andere manier van onderzoek doen. Een vorm waarin verschillende vakgebieden elkaar opzoeken en versterken. Van oudsher zijn wetenschappelijke disciplines namelijk sterk van elkaar gescheiden. Maar de laatste jaren realiseren wetenschappers dat ze elkaar nodig hebben. Als we bijvoorbeeld het onderwijs willen vernieuwen dan vraagt dat niet alleen om deskundigen op het gebied van onderwijs, maar ook kennis op het gebied van digitalisering, inclusiviteit en mentale gezondheid.

Een andere interessante verandering die gaande is, is het idee dat kennis niet uitsluitend toebehoort aan universiteiten en andere kennisinstellingen. We realiseren ons steeds meer dat ook de maatschappij ontzettend veel kennis bezit. Dat is ook de reden dat we binnen Healthy Start actief de samenwerking opzoeken met praktijk, beleid, jongeren en ouders. Zo werk ik binnen mijn onderzoeksprojecten samen met jongerenorganisaties als Stichting MIND Us, Lieve Mark en de Nationale Jeugdraad, maar ook bijvoorbeeld met de Kindertelefoon en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.”

We realiseren ons dat kennis niet alleen bij universiteiten ligt, maar ook in de maatschappij

Sneller inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij

“Door actief samen te werken met allerlei verschillende doelgroepen kunnen we als wetenschappers veel sneller inspelen op wat er gaande is in de maatschappij. Zo houd ik me op dit moment vooral bezig met het thema ‘sociale ongelijkheid onder jongeren’. Dit onderwerp kwam op mijn pad tijdens de coronacrisis. Door de lockdown moesten bijna alle jongeren noodgedwongen thuis onderwijs volgen. Maar dat creëerde ongewild grote verschillen. Zo had niet elke jongere thuis toegang tot een laptop of computer met goedwerkend internet. Dit soort verschillen in randvoorwaarden kan uiteindelijk tot enorme sociale ongelijkheid leiden.

Met een team van onderzoekers brengen we voortdurend in kaart waar jongeren mee struggelen, waar ze behoeften aan hebben en welke oplossingen zij zelf aandragen. Zo spelen we snel in op wat er gaande is in de maatschappij, koppelen onze bevindingen terug aan jongeren, ontvangen daar feedback op en gebruiken deze input om verder onderzoek te doen. Voor mij is dit een nieuwe manier van werken. Het is niet alleen sneller en dynamischer dan de traditionele manier van onderzoek doen, het maakt je als wetenschapper ook kwetsbaarder. We delen namelijk al in een vroeg stadium van het onderzoek gedachten, ideeën en bevindingen en krijgen daar vervolgens input op waar we ook iets mee moeten.

Eén van de lessen die ik heb geleerd is dat het echt belangrijk is om je als wetenschapper bescheiden op te stellen. Zowel in gesprekken met jongeren, maar ook naar andere maatschappelijke partners toe. Laat je voeden met kennis en blijf ondertussen checken of je de ander echt goed hebt begrepen. Wat mij betreft zijn we als wetenschappers aanjagers van nieuwe kennis en is het onze taak om die kennis zo goed mogelijk over te brengen zodat professionals in praktijk en beleid echt voor verandering kunnen zorgen.”

Deze nieuwe manier van werken betekent dat je als wetenschapper je kwetsbaar moet durven opstellen

Eveline Crone’s Healthy Start perspectief
“Voor mij is Healthy Start een succes als we niet alleen de gestelde doelen halen, maar ook een stabiel netwerk hebben gecreëerd met daarin wetenschappers, praktijkmedewerkers, jongeren, ouders en andere betrokkenen. Ik vind het belangrijk dat ons netwerk zo inclusief mogelijk is. Want iedereen heeft unieke skills. Laten we die vooral benutten en versterken. Voor een goede samenwerking is ook ruimte en vertrouwen nodig. We weten nog niet wat we gaan tegenkomen, welke oplossingen we wel of niet gaan vinden. Daarom roep ik iedereen, inclusief mezelf op om niet alles te willen controleren. Soms is het niet erg om de touwtjes een beetje te laten vieren en gewoon te zien wat er op ons pad komt. In het Engels is daar een mooi woord voor: serendipity, wat vrij vertaald ‘toevalstreffer’ betekent. Laten we ruimte creëren om nieuwe ideeën te laten ontstaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat iets moois teweeg gaat brengen.”

Eveline Crone is hoogleraar Ontwikkelingsneurowetenschappen in de samenleving bij Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij is Academic Lead van Healthy Start en betrokken bij de ambities ‘Mentaal welzijn van jongeren’ en ‘Betrokkenheid en participatie van jongeren’.

Hoe meer mensen meedoen met Healthy Start, des te beter onderzoek we kunnen doen en des te meer kinderen we kunnen helpen. Voel je je betrokken bij dit onderwerp? Sluit je dan aan bij onze community. Volg onze LinkedIn of deel je ideeën via e-mail: healthystart@convergence.nl