Alexander Los over De-Cist:

Van Luchtkwaliteit naar Leefbaarheid

Interview

Dit is het derde en laatste interview in onze serie over het duurzame De-Cist project. Het project Developing Energy Communities with Intelligent and Sustainable Technologies (DE-CIST) wordt geleid door Dr. Rebecca Moody (EUR) en verenigt de Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft, Institute of Housing and Urban Development Studies, Resilient Delta Initiative, Erasmus Centre for Data Analytics en de gemeente Rotterdam. Gesteund door ICLEI Europe met een Google.org-subsidie van 1 miljoen euro spreken we met Alexander Los, klimatoloog aan het IHS, over luchtkwaliteit, transdisciplinariteit en hoe wetenschappelijke modellen de brug kunnen slaan naar beleid.

Van een gemiste kans naar een perfecte timing

Toen Alexander Los benaderd werd door collega Nicolette Stehouwer, kende hij het project al. “Ik had al eerder geprobeerd een voorstel te schrijven rond CO₂-emissies, maar dat liep vast. Toen Nicolette me er weer op wees, bleek het heel goed aan te sluiten bij een lopend Convergence project.” Die overlap zorgde voor en bijzonder ‘synergie’ effect, waarbij de geavanceerde modellen voor het ene project een heel andere toepassing krijgen binnen het nieuwe De-Cist project.

 

 

Geen klimaatmodellen, maar luchtkwaliteitsmodellen

Hoewel hij als klimatoloog grootschalige klimaatmodellen uitbreidde, gebruikt Los binnen De-Cist specifiekere, regionale modellen. “We werken met gekoppelde weer- en luchtkwaliteitsmodellen. Dat zijn geen klimaatmodellen die decennia vooruitkijken, maar tools die voorspellen wat de impact is van bijvoorbeeld woningrenovaties op luchtkwaliteit en CO₂-uitstoot op buurtniveau.” Die aanpak maakt het mogelijk om gemeenten gericht te adviseren over hun beleidskeuzes.

Waardes uit de maatschappij inbouwen in technische scenario’s, is waar dit project over gaat.

Alexander Los

Sociale waarden in een technisch model

Wat Los bijzonder vindt aan De-Cist, is dat het project technologische modellen combineert met maatschappelijke behoeften. “We kijken niet alleen naar de goedkoopste oplossing, maar ook naar wat bewoners willen of nodig hebben. Iemand die toch al van plan is te renoveren, wil misschien een duurdere maatregel als daar financiering tegenover staat.” Het is een voorbeeld van wat Los noemt: “waardes uit de maatschappij inbouwen in technische scenario’s.”

Transdisciplinariteit in praktijk

Net als Pablo Morato en Isis van Rooy in eerdere interviews, benadrukt ook Los het belang (en de uitdaging) van transdisciplinair samenwerken. “Als klimaatwetenschapper was ik gewend in een puur disciplinaire omgeving te werken. Maar de samenwerking met sociale wetenschappers laat zien hoeveel meerwaarde het heeft om samen naar klimaatvraagstukken te kijken.” Toch liep die samenwerking niet altijd soepel. “De manieren van redeneren botsen soms. Maar het besef dat we elkaar nodig hebben, was er bij iedereen. En dat is al veel waard.”

Deze ervaring sluit naadloos aan bij de visie van het Resilient Delta initiative, waar samenwerking tussen disciplines als sleutel wordt gezien voor het oplossen van complexe stedelijke uitdagingen. “Zonder die kruisbestuiving zouden we waarschijnlijk niet zo’n toepasbare tool hebben kunnen ontwikkelen,” aldus Los.

Teruggeven aan de maatschappij

Los is uitgesproken over wat hij hoopt dat het project oplevert: “Dat de gemeente het echt gebruikt. En dat ze terugkoppelen wat ze ermee doen, zodat wij weer verder kunnen.” De AI-tool wordt momenteel afgerond door de TU Delft en zal door de gemeente worden geïmplementeerd. Er zijn ideeën om deze toegankelijk te maken voor bewoners via een portaal. “Zodra mensen zelf hun energievraag kunnen analyseren, ontstaat er eigenaarschap en nieuwe data voor ons onderzoek,” zegt Los met een glimlach.

Een opstap naar meer

Met het einde van De-Cist in zicht, reflecteert Los op de toekomst. “We hebben in korte tijd veel geleerd over samenwerken, modelleren en maatschappelijke impact. Het zou zonde zijn als het daarbij blijft.” Hoewel vervolgfinanciering op zich laat wachten, is de ambitie er. “Als we verder kunnen bouwen op deze basis, kunnen we nog veel meer betekenen. Niet alleen voor Rotterdam, maar ook voor andere steden wereldwijd.”

De-Cist toont hoe wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke behoeften elkaar kunnen versterken. Door technologie, data en menselijke waarden te combineren, biedt het project een blauwdruk voor hoe we samen kunnen werken aan een duurzame en eerlijke energietransitie.